Woordenschat - blz 23 -24 -25
 

Retour au site vervinckt.be

Néerlandais année académique 2010- 2011

 

14. HET WEER

 

Controleer of volgende beweringen correct zijn :

De Gulfstream is een stroom die de West-Europese landen verwarmt.

 

Tijdens de storm hoor je de donder en zie je bliksemslagen.

 

Als het vochtig is, is het droog.   (humide) vochtig = nat  >< droog (sec)

 

Orkanen krijgen voornamen van vrouwen (en mannen).

 

De wind zorgt soms voor veel schade.

 

Als het kwik daalt, zijn de temperaturen lager.

 

Boven het vriespunt kan het niet sneeuwen, het regent.

 

Mistbanken en natte wegen zorgen voor veel ongelukken.

 

Als het bewolkt is, zijn de zon en de hemel niet zichtbaar.

 

“Plaatselijke buien” betekent dat het niet overal regent.

 

Overstromingen kunnen veroorzaakt worden door een onweer.

 

Een opklaring betekent meer zon, meer licht, minder wolken.

 

De opwarming van de aarde is het gevolg van het broeikaseffect.

 

Hagel is hard en lijkt op ijsballetjes.

 

Een onweer kan wel voorspeld worden.

 

De droogte is een gebrek aan (manque de) water.

 

15. HET HUIS

Plaats het juiste cijfer bij de juiste kamer !

 

1. de kelder                                          7. de garage

2. de slaapkamer                                  8. de kinderslaapkamer

3. de eetkamer                                      9. de hal / de gang

4. de zolder                                        10. de woonkamer/ het salon/ de living

5. de badkamer                                  11. het toilet / de wc

6. de keuken

 

                   

         4                                  2/8                                5

 

                

                 6                                                     3                                9

Beantwoord volgende vragen:

 

Waar staat de auto ?              in de garage               Waar staat het fornuis?   in de keuken
Waar staat het bad ?     in de badkamer                   Waar staat het bed ?     in de slaapkamer

Waar staat de kleerkast ?       in de slaapkamer      Waar staat de televisie ?   in de living

Waar liggen de flessen wijn ?            in de (wijn)kelder…………………

 

De slaapkamer

Noteer het juiste cijfer naast onderstaande voorwerpen :

 

Het bed ---      3                                             De lamp ---    6

Het laken ---      10                                        Het tapijt ---   8       

Het gordijn ---    1                                         Het raam ---   2                 

Het nachtkastje ---   5                                    Het rek ---    7                          

Het schilderij - --    4                                     Het deken ---   9

Het kussen ---    11


 
De badkamer

Noteer de naam van elk voorwerp onder de tekening. Kies uit :

1.     de weegschaal , 2. de (haar)borstel, 3. de kraan, 4. de douchekop, 5. de beker,
6. de tandpasta, 7. de zeep, 8. de haardroger, 9. de kam, 10. het parfum,
11. het scheerapparaat, 12. de handdoek, 13. de spiegel, 14. het toiletpapier,
15. de lavabo, 16. de tandenborstel, 17. het bad, 18. de deodorant, 19. de zalf

                                                 

       17                        4                                   3                                           15    

                                                 

           7                        5                   12                    6                       18       

                                          

            8                     10                                 2                              9                       14      

                                            

       11                          19                                1                            13                       16

Vul volgende zinnen in :

Onder het dak is er een zolder..... .

Op de benedenverdieping is er een woonkamer.......... , een ingerichte keuken........... , een opslagplaats, een hal, een toilet en een bureau.

Op de eerste verdieping..... zijn er drie slaapkamers....... en een badkamer............ .

Voor de auto is er een garage.............. . Om wijn te bewaren is er een kelder......... .

Buiten kunnen we eten op een zonnig terras............. met uitzicht op de tuin en weiden.

Er is geen centrale verwarming................... en de meubelen van de keuken moeten vervangen worden, evenals de elektrische huishoudapparaten, de deuren en vensters.